Plattdeutsch-Hochdeutsches Wörterbuch für Ostfriesland

Hochdeutsch

Plattdeutsch

direkte Treffer

Substantive

die Ware

de Waar, auch: Ware, Pl.: de Waren

weitere Treffer anzeigen

weitere Treffer

Substantive

die Beschwerde (in allen hdt. Bed.)

de Beswaar, Pl.: de Beswaren

die Bedenken

de Beswaar, Pl.: de Beswaren

die Last (Mühe)

de Beswaar, Pl.: de Beswaren

die Mühe

de Beswaar, Pl.: de Beswaren

der Alptraum

de sware Drööm (auch: swaar), Pl.: de sware/swaar Drömen

Verben

beschweren (belasten)

beswaren

Infinitiv, Imperativ	Person	Präsens	Präteritum	Partizip II
verklaren (erklären; verklären), verklaar / verklaart	ik	verklaar	verklaarde	verklaart
	du	verklaarst	verklaardest
	he/se/dat	verklaart	verklaarde/verklaar
	wi/ji/Se/se	verklaren/verklaart	verklaarden

belasten (bedrücken)

beswaren

Redensartenanzeigen

zum Seitenanfang